zondag 27 september 2015

Betoog 1, klas 5

Jongens en meisjes moeten gescheiden gymmen.

Voor velen is gym een afleiding tussen saaie vakken als wiskunde, biologie, Duits of Frans.
Maar niet voor iedereen, vooral meisjes hebben hier helemaal geen zin in en komen bijna niet in beweging.

Dat blijkt uit een onderzoek van het UMCG en de rijksuniversiteit Groningen. 37% van de meisjes is niet geïnteresseerd in de gymlessen. Naar mijn mening is dit volkomen te begrijpen en moeten jongens en meisjes de mogelijkheid hebben om gescheiden te gymmen. Zowel de afleiding na alle inspannende vakken als beweging is heel belangrijk voor jongeren.

Tijdens de gymlessen worden vaak balsporten gespeeld, waar meisjes veel minder belangstelling voor hebben en dus minder actief zijn. Alternatieven zijn bijvoorbeeld dans of zumba. Maar hoe krijg je de jongens zo ver om hieraan mee te doen?

De gymlessen worden door meisjes vaak beschreven als 'te competitief'. Dit komt voornamelijk door de felheid van de jongens, die vaak veel sportiever en sterker zijn dan meisjes en daarom meisjes ook veel minder de kans geven om mee te doen met bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd.

Volgens Niels Reijgersberg is gescheiden gymmen geen goed idee want het zou volgens hem de integratie in de weg staan. Dit slaat echter nergens op aangezien alle andere lessen gewoon gemengd zijn en in Nederland nergens het contact tussen meisjes en jongens gescheiden wordt. En waarom zou de integratie in een gymles boven de beweging van jongeren gaan?

Gescheiden gymlessen kunnen de behoefteverschillen tussen jongens en meisjes oplossen en bovendien de meisjes meer in beweging brengen. Iets wat heel belangrijk is op jonge leeftijd.



Informatieve tekst, klas 4


Cyberpesten

Inleiding
“Lieve pap en mam,
Ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten. Jullie zijn fantastisch! Ik hoop dat jullie niet boos zijn. Tot weerziens, Tim.”
Deze tekst stond op 5 november 2012 in de rouwadvertentie van de 20-jarige Tim Ribberink. Tim was slachtoffer van onder meer online pesten. De rouwadvertentie heeft behoorlijk wat losgemaakt op internet.
“In het Franse Stains, ten noorden van Parijs, heeft een 14-jarig meisje zich van het leven beroofd, nadat er een seksfilmpje van het meisje en haar vriend online was gelekt. De tiener werd nadien zwaar gepest via sociale media en zag uiteindelijk geen uitweg meer. Ze sprong vanaf de vierde verdieping van een appartementencomplex naar beneden”. (30 april 2015, Bron: VTM).

Zomaar twee willekeurige voorbeelden uit het nieuws van slachtoffers van online pesten,  dat ook wel cyberpesten wordt genoemd. Maar wat is dat nu precies; cyberpesten? En welke verschillende vormen van cyberpesten bestaan er? Wat zijn de gevolgen van cyberpesten en misschien wel de meest belangrijke vraag die beantwoord moet worden: wat is er aan te doen? Hieronder ga ik dieper in op deze vragen.

Wat is cyberpesten.
Cyberpesten is een vorm van pesten waarbij de pesters gebruik maken van elektronische media zoals internet of mobiele telefoon om iemand kwetsende dingen toe te sturen of gemene opmerkingen over iemand te verspreiden. Je kunt dus spreken van cyberpesten als een jongere een andere jongere bedreigt, lastig valt of vernedert door middel van digitale technieken. Als volwassenen elkaar op deze manier pesten, noem je dat meestal stalken of lastigvallen.  Jongeren die pesten via het internet, doen dat vaak omdat ze zich onder druk gezet voelen door leeftijdgenoten. Ze denken dat anderen hun pestgedrag cool vinden. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Antwerpen. Omdat cyberpesten (meestal) anoniem is, gaat het vaak veel verder dan andere manieren van pesten.

Verschillende vormen van cyberpesten.
Cyberpesten kan op veel verschillende manieren. Internet is heel erg populair bij jongeren. Zowel jongere als oudere kinderen zijn er elke dagen uren mee bezig.
Met name scholieren pesten elkaar online door:       
-          Misbruik te maken van andermans privé-gegevens (zoals stelen van wachtwoorden of nep-accounts aanmaken).
-          Bepaalde jongeren (bijvoorbeeld klasgenoten of teamgenoten) uit te sluiten uit whatsapp-groepen.
-          Haatposts te verspreiden via sociale media.
-           Persoonlijke, intieme foto’s of filmpjes van bijvoorbeeld een mishandeling te verspreiden.
-          Tweets met een bedreigende inhoud te plaatsen.

Gevolgen van cyberpesten.
Pesten heeft veel ernstigere gevolgen dan bijvoorbeeld mishandeling. Jongeren die zijn gepest lopen op latere leeftijd een groter risico om depressief te worden dan jongeren die slachtoffer zijn van mishandeling.
Zelfs relatief onschuldige vormen van cyberpesten kunnen al leiden tot angst, depressies en leerproblemen bij jongeren. Een jongere die gepest is heeft vaak z’n hele leven last van sociale en emotionele problemen. De gevolgen van pesten werken dus ook door als je volwassen bent geworden. Er is dus sprake van gevolgen op de korte, maar ook op de langere termijn.
Als pesten lang duurt, dan kan dat niet alleen leiden tot depressie, maar ook tot zelfmoordgedachten of zelfs het plegen van zelfmoord, zoals bij de in de inleiding gegeven voorbeelden.

De aanpak van cyberpesten.
Het is heel belangrijk om tot een gezamenlijke aanpak van cyberpesten te komen. Goede informatie aan docenten en ouders is van groot belang. Ouders en leraren nemen de wereld van internet en mobiele telefoons van de jongeren vaak niet voldoende serieus en zijn zich zodoende meestal ook niet voldoende bewust van de gevaren van cyberpesten.
Scholen moeten zorgen voor een sociaal veilige omgeving en ze moeten (cyber)pesten tegengaan.
Jongeren moeten weten dat ze om hulp kunnen aankloppen bij de volwassenen om zich heen. Het pestprobleem wordt vaak helemaal niet serieus aangepakt: ouders zeggen dat jongeren maar van zich af moeten bijten, docenten hebben het te druk en de sporttrainer vindt het niet zijn probleem. Het is heel belangrijk om het pestprobleem zorgvuldig aan te pakken. Daarbij zijn alle betrokken nodig. Elk van de betrokkenen kan starten met het oplossen van de pestproblemen.

Tenslotte
De twee gevallen die genoemd zijn in de inleiding, mogen anno 2015 eigenlijk niet meer plaatsvinden. Goede voorlichting op scholen is van groot belang. Docenten en ouders moeten op de hoogte zijn van de gevaren van cyberpesten. Dit moet in elke klas besproken worden. Ook preventie is van groot belang. Scholen moeten een veilige, vertrouwde omgeving scheppen, waarin jongeren goed kunnen leven en leren en waarin ze ook durven melden als zij zelf of anderen gepest worden.

Als ouders en scholen samen serieus aan de slag gaan met cyberpesten, dan is de kans groot dat het helemaal goed komt!